Na de beenamputatie
Lees over het genezen van de stomp, fantoompijn, eerste oefeningen na de amputatie en het aanmeten van een tussentijdse en definitieve prothese.
Lees over het genezen van de stomp, fantoompijn, eerste oefeningen na de amputatie en het aanmeten van een tussentijdse en definitieve prothese.
Wat kunt u verwachten na de amputatie?
Na een amputatie vraagt u zich ongetwijfeld af: wat kunt u na de amputatie verwachten? Direct na de operatie staat in eerste instantie uw herstel en de genezing van de stomp centraal. Beide zijn belangrijk, zodat u snel met de revalidatie kunt beginnen en een prothese aangemeten kan worden.
Om met de revalidatie te starten:
mag u weinig tot geen pijn hebben in de stomp.
moet uw stomp in staat zijn om uw gewicht te dragen.
moet de zwelling en waterretentie afgenomen en gestabiliseerd zijn.
moet u uw stomp zo veel mogelijk in alle richtingen kunnen bewegen.
Het verschilt per persoon en situatie hoe lang het duurt voordat u dit punt bereikt. U kunt de genezing echter bevorderen door er actief naar toe te werken. Hoewel dit vaak geduld en veel uithoudingsvermogen vraagt, loont het vaak: Hoe mobieler u bent als u start met revalideren, hoe eerder u een prothese aangemeten kunt krijgen.
U moet de tijd na de amputatie in het ziekenhuis ook gebruiken om in samenwerking met uw instrumentmaker een geschikte locatie voor uw revalidatiefase te kiezen. Onze lijst van deskundigen helpt u faciliteiten te vinden die gespecialiseerd zijn in het werken met mensen met een amputatie.
Bereid uw stromp voor op het dragen van een prothese
De genezing van uw stomp na een beenamputatie vormt de basis voor de daaropvolgende prothese fitting en is daarom erg belangrijk. In het ziekenhuis volgen en controleren de behandelende artsen het genezingsproces continu, terwijl de verpleegkundigen de dagelijkse behandeling van uw stomp voor hun rekening nemen. Naast wondbehandeling omvat dit onder andere oedeem- en compressietherapie, desensibilisatie van de huid en littekenverzorging.
Genezing van de stomp
Pijn in de stomp
Na een amputatie kunnen verschillende soorten pijn optreden in uw stomp. Denk hierbij aan botpijn, wondpijn, zenuwpijn of fantoompijn. Elk type pijn wordt behandeld op basis van de oorzaak. Er zijn verschillende behandelmogelijkheden, zoals medicatie, verwarmen/koelen of het zwachtelen van de stomp. U kunt hierover met uw specialist en/of pijntherapeut praten.
Wondgenezing
Wanneer u wakker wordt van de narcose is uw been waarschijnlijk ingepakt met verband of met een licht gips. Er is ook een wonddrain aangebracht om overtollig wondvocht en bloed af te voeren. Zodra het kan wordt deze verwijderd en kan de wond verder sluiten.
In de meeste gevallen sluit de operatiewond binnen veertien dagen en vormt zich een litteken. Hierna worden de bindweefselcellen sterker en wordt het omgezet in specifiek bindweefsel. Maar zelfs als het litteken aan de buitenkant genezen lijkt en alleen de kleur nog verandert duurt het genezingsproces nog veel langer. Het kan tot anderhalf jaar duren voordat het ook volledig onder de huid is genezen. De duur van dit gehele wondgenezingsproces is afhankelijk van uw individuele conditie.
Oedeem therapie
De zwelling van de stomp vlak na de operatie is normaal. Deze zwelling (oedeem) is de reactie van het lichaam op een operatie. Dit vermindert na een week. Totdat de hechtingen verwijderd zijn, wordt er alleen een los wondverband aangebracht. Er kan in eerste instantie geen druk op de stomp worden uitgeoefend.
De omtrek van de stomp wordt regelmatig gemeten om te beoordelen of de zwelling afneemt. Hiervoor moeten steeds dezelfde meetpunten gebruikt worden en de resultaten dienen gedocumenteerd te worden op meetformulieren. Als dit niet gebeurt, zijn de resultaten niet vergelijkbaar met elkaar en is er geen manier om te zeggen of de zwelling afneemt.
Compressie therapie
Vroege compressie therapie
Na de operatie wordt een wondverband aangebracht en regelmatig verwisseld. Compressie- of druktherapie begint daarna met behulp van zwachtels, compressiekousen of andere medische hulpmiddelen. Uw arts zal het exacte verloop bepalen. Het doel van de compressietherapie is het oedeem te verminderen. Dit versnelt het genezingsproces en de stomp is sneller in goede conditie voor het aanmeten van een prothese. Compressie van de stomp helpt bij het optimaliseren van de pasvorm van uw prothese. Daarnaast verbetert compressie ook de circulatie in de stomp. Dit vermindert de pijn en bevordert de genezing van littekens.
4 resultaten van in totaal 9
Oorzaken van fantoompijn, typen en mogelijkheden van therapie
Veel mensen hebben last van fantoompijn, dat wil zeggen pijn in de stomp. Experts denken dat tot 70 procent van alle mensen met een amputatie dit ervaart, in de meeste gevallen tijdelijk. De psychologische belasting is soms erg hoog voor de personen die er last van hebben. Er zijn verschillende theorieën over de oorzaken van fantoompijn. Toch zijn er nu verschillende en ook veelbelovende therapiemogelijkheden. Helaas is er geen behandeling die voor iedereen helpt. Wij informeren u hier over mogelijke oorzaken en de verschillende therapiemogelijkheden. Overleg in ieder geval met uw orthopedisch adviseur, therapeut of arts en ga samen op zoek naar een oplossing die u verlichting geeft.
Oorzaken van fantoompijn
Experts hebben verschillende theorieën over de oorzaak van fantoompijn. Een van de meest voorkomende is dat verschillende gebieden in de hersenen verantwoordelijk zijn voor verschillende gebieden in het lichaam. Wanneer een lichaamsdeel ontbreekt en geen seintje meer terug geeft, interpreteren de hersenen dit ontbreken van een signaal als pijn. In deze context is het interessant om op te merken dat mensen met een congenitale aandoening, bekend als dysmelie, minder vaak fantoompijn ervaren. Dit suggereert dat er een soort "leereffect" in de hersenen is. Pijngeheugen lijkt ook een belangrijke rol te spelen. Als de betreffende persoon al pijn had vóór de amputatie, kan dit de ontwikkeling van fantoompijn beïnvloeden en moet er ook rekening mee worden gehouden bij de keuze van de therapie.
Soorten fantoompijn
Fantoompijn verschilt per persoon en hangt van veel factoren af. Het treft personen met been- of armamputaties in gelijke mate. De pijn kan worden veroorzaakt of verergerd door bepaalde weersomstandigheden, blootstelling aan koude temperaturen of emotionele stress. Het kan alleen op bepaalde tijden voorkomen, geleidelijk afnemen of toenemen, of altijd aanwezig zijn. Ook het type, de intensiteit en de kenmerken van de pijn kunnen verschillen. Getroffen personen beschrijven trekkende en doordringende of brandende en krampachtige pijn.
Fantoompijn is iets anders dan fantoomsensaties, gevoelens in de stomp die niet pijnlijk zijn.
Therapie mogelijkheden voor fantoompijn
Na een amputatie kunnen verschillende soorten pijn optreden in de stomp. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen stomppijn en fantoompijn, aangezien deze soorten pijn verschillend worden behandeld.
Er zijn veel verschillende therapiebenaderingen voor beide soorten pijn. Bij fantoompijn wordt het combineren van verschillende therapievormen aanbevolen. Er is geen standaardtherapie die alle personen met fantoompijn helpt. Bovendien hebben veel therapieën een langdurig karakter en vereisen ze een actieve deelname van de persoon. Je hebt misschien veel geduld en uithoudingsvermogen nodig. Maar we kunnen je alleen maar aanmoedigen om therapie te volgen, ook al is het een uitdaging. Zorg ervoor dat u met uw arts, orthopedisch adviseur en therapeut praat. Zij zullen nauw met u samenwerken en u zo goed mogelijk ondersteunen. De volgende methoden zijn geschikte therapievormen voor fantoompijn na een amputatie en vullen elkaar aan:
Spiegeltherapie: zittend voor een spiegel wordt het gezonde lichaamsdeel van de patiënt weerspiegeld. Hierdoor lijkt het alsof het lichaamsdeel dat geamputeerd is er weer is. Het staat bekend als het fantoomledemaat en kan nu doelbewust worden bewogen en daardoor worden beïnvloed. Dit maakt het mogelijk om de fantoomledemaat uit verkrampte en pijnlijke posities te bevrijden met behulp van bewegingen aan het gezonde lichaamsdeel, en de stomp met fantoompijn in een comfortabelere, pijnvrije positie te brengen. Vergelijkbare resultaten kunnen worden verkregen door naar foto's te kijken (zogenaamde lateralisatietraining). Dit is bedoeld om het rechts/links geheugen te oefenen.
Sensomotorische therapie: het masseren van de stomp met verschillende materialen stimuleert de zenuwen via de huid. Echografie, thermische of elektrotherapie kunnen hier ook worden toegepast.
Het dragen van een prothese of liner: voor veel getroffen personen wordt de pijn verlicht door het dragen van een prothese of liner. Dit kan te wijten zijn aan sensorische stimulatie van de stomp, maar ook aan het idee dat bij het dragen van een prothese het lichaamsdeel er nog is, zodat de hersenen overeenkomstige feedback ontvangen.
Pijntherapie: een pijntherapeut is een arts die gespecialiseerd is in de behandeling van pijn. Uw arts brengt u in contact met zo'n specialist. Het is belangrijk dat u hiervoor een specialist raadpleegt en niet zelf start met pijnstillers.
Stomppijn
Stomp- en fantoompijn zijn verschillende soorten pijn en worden daarom verschillend behandeld. Daarom is het belangrijk dat u grondig wordt onderzocht om vast te stellen of u fantoompijn of een andere vorm van pijn in uw stomp ervaart. Stomppijn kan ook worden veroorzaakt door een slecht passende prothese. Aan de hand van medische onderzoeken kan worden vastgesteld waar u last van heeft, zoals hinderlijk littekenweefsel, pijnlijke neuromen in de stomp, onvoldoende bedekking van de weke delen of een teveel aan weke delen. Deze oorzaken van pijn kunnen op lange termijn worden weggenomen door de componenten aan te passen of door een andere chirurgische ingreep.
Bepaalde operatietechnieken kunnen ook helpen de pijn in de stomp te verminderen en vooral de pijn die na de amputatie afkomstig is van sommige zenuwen in de stomp. Indien mogelijk moet de preventieve pijntherapie tijdens de operatie met een plaatselijke verdoving beginnen of direct na de operatie beginnen om het ontstaan van pijn of de ontwikkeling van chronische pijn te voorkomen.
4 resultaten van in totaal 4
Mobiel blijven
Ook tijdens het genezen van de stomp kunt u zich op het verblijf in een revalidatiecentrum voorbereiden door specifieke oefeningen te doen. Praat met uw arts of fysiotherapeut en vraag hem of haar u enkele belangrijke dingen te laten zien: de juiste houding in bed, zodat de spieren en het gewricht het dichtst bij de stomp niet verkorten of verstijven, regelmatige ademhalingsoefeningen en lichte bewegings- en mobilisatieoefeningen, die ook helpen de bloedsomloop te stabiliseren. Deze maatregelen dragen ertoe bij dat uw behandeling met een prothese snel en ongecompliceerd verloopt, zodat u mobiel en actief kunt blijven.
Hoe vind ik het juiste revalidatiecentrum?
Nadat u uit het ziekenhuis bent ontslagen, vervolgt uw pad voor de revalidatie meestal in een revalidatiecentrum. Het doel is om u voor te bereiden op het dagelijks leven met een beenprothese. Om deze tijd zo goed mogelijk te benutten, moet u beslist kiezen voor een revalidatiecentrum met een specialisatie in de revalidatie bij amputatie.
Hoe meer ervaring een revalidatiecentrum heeft, hoe beter het in staat zal zijn om aan uw behoeften te voldoen. Als algemene richtlijn geldt dat een centrum ten minste 50 patiënten per jaar moet hebben. Vraag het revalidatiecentrum dat u overweegt te bezoeken naar het aantal patiënten dat zij behandelen.
Praat met uw revalidatiearts of orthopedisch adviseur (indien deze al betrokken is) - ook hij kan u helpen de juiste keuze te maken.
Uw arts kan u vertellen wanneer het zinvol is om naar een revalidatiecentrum te gaan en of in uw geval klinische of poliklinische revalidatie geschikt is. Dit alles hangt af van verschillende factoren, zoals de voortgang en hoe u zich thuis kunt voorbereiden.
Het proces voor een prothese
Na uw amputatie zult u veel vragen hebben: Wanneer krijg ik een prothese, hoe kom ik aan een prothese en welke prothese krijg ik? Wij informeren je hier graag over:
In het algemeen vervult uw prothese verschillende functies: Allereerst herstelt het uw mobiliteit. Door een prothese te dragen, vermindert of vermijdt u ook houdingsproblemen en evenwichtsstoornissen die het gevolg kunnen zijn van het ontbrekende gewicht van het geamputeerde been. Het voorkomt daarnaast dat uw gezonde been wordt overbelast, wat op de langere termijn voor problemen kan zorgen. Praat direct na de amputatie met een orthopedisch adviseur. Zij kunnen u uitleggen en begeleiden in het proces dat leidt tot het aanmeten van een prothese. Ben er bewust van dat veel factoren bepalen wanneer en welke prothese u krijgt. In de meeste gevallen krijgt u eerst een voorlopige (tijdelijke) prothese krijgt aangemeten. Uw orthopedisch adviseur kan u hier advies over geven.